Toewijding van Jezus in de tempel. Maar vanaf nu zal de Mensenzoon gezeten zijn aan de rechterhand van de Almachtige.’ Toen zeiden allen: ‘U bent dus de Zoon van God?’ Hij antwoordde: ‘U zegt dat ik het ben.’ Ze zeiden: ‘Waarvoor hebben we nog getuigenverklaringen nodig? Dus zal ik hem vrijlaten, nadat ik hem heb laten geselen.’] Hij was verplicht om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten.’Maar ze begonnen met zijn allen luidkeels te schreeuwen: ‘Weg met hem! ♬ Luc 21:29-31 | 0 Posts.

Mark. Op sabbat namen ze de voorgeschreven rust in acht.Door deze website verder te gebruiken ga je akkoord met plaatsing en gebruik van cookies door het NBG en derden conform onze Ze zeiden: ‘Als u de messias bent, zeg het ons dan.’ Maar Jezus antwoordde: ‘Als ik het u zeg, gelooft u mij toch niet. Jezus zei tegen hen: ‘Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en wie macht heeft laat zich weldoener noemen. Ik heb niets gevonden waarvoor hij de doodstraf verdient. Want er zal ontzaglijk veel leed zijn in het land, en een zwaar vonnis zal de bevolking treffen. Toen hij daar was aangekomen, zei hij tegen hen: ‘Bid dat jullie niet in beproeving komen.’ En hij liep bij hen weg, tot ongeveer een steenworp ver, en knielde daarna neer om te bidden. De duisternis hield drie uur aan. Dus zal ik hem vrijlaten, nadat ik hem heb laten geselen.’ Maar ze bleven luidkeels eisen dat hij gekruisigd zou worden, en met hun geschreeuw wonnen ze het pleit: Hij liet de man gaan die wegens oproer en moord gevangen was gezet en om wiens vrijlating ze hadden gevraagd, en leverde Jezus uit aan hun willekeur.Toen Jezus werd weggeleid, hielden de soldaten een zekere Simon van Cyrene aan, die net de stad binnenkwam.

Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen, bekleed met macht en grote luister. Want wie is belangrijker, degene die aanligt om te eten of degene die bedient? 21 Wie in Judea is moet dan de bergen in vluchten, wie in Jeruzalem is moet er wegtrekken, en wie op het land is moet niet naar de stad gaan, 22 21:22 Hos. Verwoesting van Jeruzalem voorzegd; begin der smarten 20 21:20-22 Luc. Volg hem naar het huis waar hij binnengaat, en zeg tegen de heer van dat huis: “De meester vraagt u: ‘Waar is het gastenvertrek waar ik met mijn leerlingen het pesachmaal kan eten?’” Hij zal jullie een grote bovenzaal wijzen die al is ingericht; maak het daar klaar.’ Ze gingen op weg, en alles gebeurde zoals hij gezegd had, en ze bereidden het pesachmaal.Toen het zover was, ging hij samen met de apostelen aanliggen voor de maaltijd. 24:26-27 Dan zullen de mensen tegen jullie zeggen: “Kijk daar!” of: “Kijk hier!” Maar doe dat niet en schenk er geen aandacht aan. 40 Toen hij daar was aangekomen, zei hij tegen hen: ‘Bid dat jullie niet in beproeving komen.’ 41 En hij liep bij hen weg, tot ongeveer een steenworp ver, en knielde daarna neer om te bidden. De leerlingen volgden hem. 22 Tegen de leerlingen zei hij: ‘Er komt een tijd dat jullie ernaar zullen verlangen een van de dagen van de Mensenzoon te zien, maar jullie zullen die dag niet meemaken.

Jezus stuurde Petrus en Johannes op pad met de woorden: ‘Ga voor ons het pesachmaal bereiden, zodat we het kunnen eten.’ Ze vroegen hem: ‘Waar wilt u dat we het bereiden?’ Hij antwoordde: ‘Let op, wanneer jullie de stad in gegaan zijn, zal jullie een man tegemoet komen die een kruik water draagt. Hij ondervroeg hem uitvoerig, maar Jezus antwoordde hem niet één keer. Hij bad: ‘Vader, als u het wilt, neem dan deze beker van mij weg. Wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij!’Hij vertelde hun ook een gelijkenis: ‘Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen. Hij zei: ‘Maar wie nu een geldbuidel heeft, moet die meenemen, evenals zijn reistas, en wie er geen heeft moet zijn mantel verkopen en zich een zwaard aanschaffen. Pilatus praatte opnieuw op hen in omdat hij Jezus wilde vrijlaten. Het was de voorbereidingsdag, de sabbat was bijna aangebroken. Hij was een raadsheer, een goed en rechtvaardig mens, die de komst van het koninkrijk van God verwachtte en niet had ingestemd met het besluit en de handelwijze van de raad. Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen.